Marijke van Eijkeren - Fotograaf
Home | Galerie | Blog | Routes | Publicaties | WerkAanDeMuur | Over mij | Contact

terug

De Kromme Rijn in 12 wandelingen

Wandeling 7: Rondje Odijk

weidebeekjuffer

Langs de Kromme Rijn kun je vanaf Wijk bij Duurstede tot in Utrecht een wandeling van 29 km maken die grotendeels over het jaagpad langs de rivier gaat. Dat is een pittig eindje lopen. Maar je kunt het hele traject ook in etappes verdelen en er rondwandelingen van maken. Dit jaar, 2022, is het 900 jaar geleden dat de Kromme Rijn werd afgedamd. Een mooie aanleiding om elke maand een rondje Kromme Rijn te lopen. De zevende rondwandeling van bijna 4,2 km gaat over het jaagpad langs de Kromme Rijn langs Odijk en via de Singel terug naar het beginpunt bij het gemeentenhuis in Odijk. Er zijn veel weidebeekjuffers te zien. Een grote verscheidenheid aan insecten bezoeken de bloemen van de vele wilde planten langs het pad en de oevers. Je volgt de wandelknooppunten 76-75-81-84-76. Je kunt de route uitbreiden met een wandeling over het jaagpad naar knooppunt 85 en terug naar 84. Een routekaartje vind je op route.nl of haal bij de VVV de wandelkaart Krommerijnstreek.

De wandeling begint bij het gemeentehuis van de gemeente Bunnik in Odijk. Van daaruit loop je richting Kromme Rijn, over het bruggetje naar knooppunt 76 aan de overkant van de Kromme Rijn.

Kromme Rijn bij Odijk

Vanaf het bruggetje heb je een mooi overzicht over de Kromme Rijn. Die loopt hier in een bocht om het huidige Odijk heen. Vanaf de late Middeleeuwen tot in de jaren zestig was Odijk een klein agrarisch dorpje dat uit niet meer bestond dan een kerkje en lintbebouwing langs een paar straten. Bij de Kromme Rijn was een loswal voor vervoer van de producten over het water naar Utrecht. In het kader van de Nieuwe Hollandse Waterlinie werd in 1870 de Kromme Rijn bij Odijk afgesneden en lag Odijk niet meer langs de doorgaande vaarroute van de Kromme Rijn. Vanaf de jaren zeventig werd Odijk vanuit de oude kern naar het noorden toe uitgebreid. In 2000 was de hele binnenbocht bebouwd. Het gebied binnen de afgesneden bocht werd sportpark, maar begin deze zijn hier ook huizen gekomen.

jaagpad langs Kromme Rijn

Loop verder richting knooppunt 75. Als je aan het begin van de wandeling over het jaagpad loopt, merk je niets van de bebouwing in de binnenbocht. Tussen de Singel en de Kromme Rijn staan hier geen huizen. Er is alle ruimte voor natuur. Ook tussen de snelweg A12 en het jaagpad is een brede strook hoog opgeschoten begroeiing. Het neemt niet alleen het zicht weg op de autoweg die een eind parallel loopt aan de Kromme Rijn, maar dempt ook het geluid.

blinde bij

Langs het jaagpad is het een en al leven van insecten die de bloemen langs het pad en de oever bezoeken. In juli overheerst de kleur geel. Het is de tijd dat de Pastinaak bloeit; een schermbloemige plant met kleine gele bloempjes. Een doodskopzweefvlieg vindt er zijn kostje. Er zijn heel veel soorten zweefvliegen. Dankzij de app ObsIdentify kon ik deze zweefvlieg op naam brengen, net al de bijtjes op het gele kruiskruid. Links de honingbij en rechts de blinde bij. Langs het pad staat ook volop gewone bereklauw. Op deze witte schermbloemige plant zijn altijd wel insecten te vinden. De gewone bereklauw is een inheemse plant. Hij is kleiner dan de exotische reuze bereklauw en minder schadelijk. Maar ook deze kun je beter niet aanraken, zeker niet als de zon schijnt.

Rond de eeuwwisseling is er veel gedaan aan het verbeteren van de waterkwaliteit van de Kromme Rijn en het herstellen van de ecologische verbindingszone. Door de oevers af te vlakken is er een geleidelijke overgang van nat naar droog. Oeverplanten kunnen er weer groeien. Het ondiepe water tussen de waterplanten is een prima plek voor vissen en libellen om zich voort te planten. De maatregelen hebben effect.

weidebeekjuffer weidebeekjuffer

weidebeekjuffer weidebeekjuffer

De Weidebeekjuffer profiteert van alle maatregelen die zijn genomen. Het is een prachtige libel met opvallende vleugels. Al bij het begin van de wandeling heb ik bij het bruggetje een tijd staan kijken naar twee weidebeekjuffers die elkaar in vliegende vaart achterna zaten. Na een vliegrondje keren ze vaak naar hetzelfde plekje terug. Dat kan een blad zijn van een waterlelie, maar ook een stengel van een waterplant. Juli is een goede maand om ze te spotten. Tot in september kun je ze nog zien. Daarna met je wachten tot mei. De larve leeft tussen de waterplanten onder water en verblijft daar 10 tot 18 maanden.

blauwe breedscheenjuffer

Ook de Blauwe Breedscheenjuffer profiteert van de aanleg van natuurlijke oevers. De blauwe juffers lijken erg op elkaar en zijn lastig op naam te brengen. De breedscheenjuffer herken je aan de brede schenen en de zwarte streep erover. Hij kwam vooral in Oost Nederland voor, maar is weer terug in het rivierengebied. Hij vliegt in dezelfde periode als de Weidebeekjuffer.

fuut

De Fuut is een vaste gast op de Kromme Rijn. De meeste kuikens komen in mei of juni uit hun ei. De jongen in hun pyjama outfit zijn inmiddels flink gegroeid en passen niet meer op de rug van hun ouders. Hij verenkleed lijkt steeds mee op dat van een volwassen vogel. Alleen op de kop zie je nog het streepje dat aan een pyjama doet denken. Een week of tien lang krijgen ze voedsel van hun ouders, daarna moeten ze hun eigen kostje bij elkaar scharrelen. Alleen in de kop zie je nog het streepje van zijn 'pyama'.

parende schaatsenrijders gewone oeverlibel

De kringels die op het water verschijnen zijn afkomstig van de schaatsenrijders. Pas op het beeldscherm thuis zag ik dat het een parend duo was. Met hun lange midden- en achterpoten kunnen ze probleemloss over het water lopen. Met de kortere voorpoten vangen ze al schaatsenrijdend hun prooi. De gewone oeverlibel valt op door zijn dikke blauwe lijf dat eindigt in een zwarte punt. Het is niet toevallig dat ik hem zag zitten op een kaal, zanderig stukje oever. Daar geeft hij de voorkeur aan.

klein geaderd witje bont zandoogje

Aan de andere kant van het pad fladderen veel Witjes en Bont Zandoogje. Als ze vliegen is het lastig om te zien of het een Klein Koolwitje is of een Klein Geaderd Witje. Die laatste kun je herkennen aan de grijsgroen bestoven aders aan de onderkant van de achtervleugels. Het Bont Zandoogje geeft de voorkeur aan de randen van bos en struiken.

aronskelk

De aronskelk valt in deze tijd van het jaar op door de fel oranjerode vruchten. Het is een echte blikvanger. Vogels eten de bessen. Ze groeien bij voorkeur in de schaduw van bomen en struiken. De Gevlekte aronskelk is inheems en de Italiaanse is in het verleden als stinseplant aangeplant op landgoederen. Je kunt ze vooral herkennen aan het verschil in bladpatroon. Als ze uitgebloeid zijn sterft het blad af en is het een stuk lastiger om ze op naam te brengen.

Kromme Rijn bij Odijk

Ik had de aronskelk hier niet verwacht. Maar de leefomgeving klopt wel. Ze houden van vocht en aan deze kant van Odijk loop je over het jaagpad in de schaduw van de bomen. Er is veel te zien langs het jaagpad. Heb je te lang naar de beestjes en bloemetjes gekeken, dan kun je een ultrakort rondje lopen. Sla bij het bruggetje rechtsaf en loop via het Griendpad naar de Singel. Bij de Singel rechtsaf over het voetpad aan de rand van de groenstrook terug naar het gemeentehuis.

Kromme Rijn bij Odijk

Bij knooppunt 75 aangekomen kruis je de weg naar Zeist. Loop aan de overkant verder over het jaagpad naar knooppunt 81. Het gebied langs dit deel van het jaagpad is opener.

Kromme Rijn bij Odijk

Je ziet hier het resultaat van het project om niet alleen het water, maar ook de natuur de ruimte te geven. De natuur heeft in deze uitzonderlijk droge en warme zomer zwaar. Het gras is bruin, maar langs de oever bloeien de oeverplanten nog altijd uitbundig.

moerasspirea koninginnekruid of leverkruid

Je zou het niet zeggen, maar de Moerasspirea met zijn roomwitte, pluizige bloemetjes hoort tot de Rozenfamilie. De naam zegt het al, deze plant houdt van een natte bodem. De kleine bloemetjes met heel veel meeldraden hebben geen nectar, maar wel veel pollen. Daar komen insecten op af die zo voor de bevruchting zorgen. Koninginnekruid, ook wel leverkruid genoemd, kan langs het water flink grote, hoog opgeschoten bossen vormen. De kleur van de bloemen lijkt op lever, maar de plant staat ook bekend om zijn geneeskrachtige werking voor de lever.

kattestaartkogeldistel

De kattestaart valt op door zijn vrolijke roos, paarse kleurige bloemen. Met een beetje fantasie kun je in de aarvormige bloeiwijze een kattestaart zien. Je ziet hem veel aan de waterkant. Om zaad te vormen is de plant afhankelijk van insecten die zorgen voor kruisbestuiving. De kogeldistel had ik niet verwacht in deze omgeving. Ik ken hem eigenlijk alleen als tuinplant. Met name in het rivierengebied kan de plant ook verwilderen. Bijtjes snoepen graag van de nectar.

Kromme Rijn bij Odijk

Bij het bruggetje over een zijtak naar Driebergen-Rijsenburg oogt de natuur even wat woester. Maar al snel zie je aan de overkant van de Kromme Rijn de bebouwing van Odijk met tuinen tot aan de Kromme Rijn.

ooievaarsnest

Aan deze kant van de rivier loop je langs een weitje met koeien en een ooievaarsnest. De jonge ooievaars zijn inmiddels uitgevlogen. Het is een stukje natuur dat het Utrechts Landschap beheert. Het gebied met de naam De Woerd ligt tussen Odijk en Driebergen-Rijsenburg. Het kleinschalige landschap dat bestaat uit grienden, watergangen en weilanden is kenmerkend voor de Kromme Rijnstreek. De basis is gevormd onder invloed van de ijstijd en de Rijn die in vroegere tijd zijn eigen weg zocht.

Je bent aangekomen bij knooppunt 81. Loop nog even verder over het jaagpad aan deze kant van de rivier voordat je over het bruggetje verder loopt naar knooppunt 84 over het jaagpad aan de andere kant van de Kromme Rijn.

Kromme Rijn

Dit is het punt waar de Langbroekerwetering uitkomt in de Kromme Rijn. De Langbroekerwetering werd in de twaalfde eeuw na de afdamming van de Kromme Rijn gegraven om het Langbroek te ontginnen. De Kromme Rijn was in die tijd nog een belangrijke handelsroute. Vooral in de winter was vervoer over de modderige wegen geen optie. Via de Langbroekerwetering konden de schippers een stuk van de bochtige Kromme Rijn afsnijden.

Langbroekerwetering gemaal

Varen over de het de Langbroekerwetering is tegenwoordig een stuk lastiger en kan alleen met een kano. Dan moet je wel regelmatig bukken voor lage bruggetjes en uitstappen om de kano langs de acht stuwen te tillen. Je staat hier bij de eindstuw van de Langbroekerwetering. De stuwen regelen het waterpeil. Om te zorgen dat de vissen naar hun paaigebied kunnen zwemmen zijn de meeste stuwen tegenwoordig voorzien van een vispassage.

Op het bord even verderop kun je zien hoe dat werkt.

Lanbroekerwetering

Het is bijna niet voor te stellen dat de Langbroekerwetering indertijd met de hand is gegraven. Het moet een hels karwei zijn geweest. Nog altijd is de wetering belangrijk voor de afwatering van de Kom van Langbroek. Het gebied kun je zien als een soort badkuip die gevuld wordt met water van de Utrechtse Heuvelrug en van de Kromme Rijn.

Kromme Rijn bij Odijk

Loop terug naar het bruggetje bij knooppunt 81 en ga verder aan de andere kant van de Kromme Rijn. Dankzij de groenstrook langs het pad merk je niet dat de bebouwing van Odijk nu wel heel dichtbij is. Aan de andere kant van het water is het nog echt landelijk. Het is het gebied Oud Rijsenburg dat tussen de Kromme Rijn en de Langbroekerwetering ligt. De witte boerderij is Oud Scherpenburg. Als je goed kijkt zie je dat hij is gebouwd op de oeverwal van de Kromme Rijn. Voor de afdamming overstroomde de rivier regelmatig. Als het water zich terugtrok bleef grof zand en klei vlak langs de rivier liggen en vormde in de loop der tijd een wal. Bewoners hielden er bij overstromingen droge voeten.

groot avondrood

Niet ver na de boerderij stroomde de Kromme Rijn voor 1870 in een bocht verder. In het kader van de Nieuwe Hollandse Waterlinie werd de meander afgesneden. Het punt waar dit gebeurde is tijdens de wandeling even aan mijn aandacht ontsnapt. Mijn oog viel op de merel op het jaagpad die een lekker hapje had. Het blijkt de rups van de nachtvlinder het Groot Avondrood te zijn.

Kom je over het jaagpad vanaf kasteel Beverwijk dan is goed te zien dat de Kromme Rijn zich hier splitst. Het jaagpad ligt langs het gekanaliseerde deel van de Kromme Rijn. De oude meander loopt om de nieuwbouwwijk tussen de meander en de huidge Kromme Rijn.

Bij wandelknoopunt 84 verlaat je het jaagpad en loop je richting knooppunt 76 naar het begin van de wandeling. Ga op de rontonde van de Singel rechtdoor de Oude Haven in. De straatnaam herinnert aan de tijd dat hier tot 1933 de loswal lag aan de oude meander van de Kromme Rijn. Hier kon de trekschuit zijn lading lossen. Vlak na de rotonde kruis je die meander, nu niet meer dan een stroompje.

Kromme Rijn bij Beverweerd

Het jaagpad loopt door tot kasteel Beverwijk. Wil je dit deel van de Kromme Rijn niet missen, loop dan door tot het eind van het pad bij de brug over de Kromme Rijn. Ga langs dezelfde weg terug naar knoopunt 84.

kerkje Odijk

Binnen de bebouwde kom van Odijk zijn de pijltje richting knooppunt 76 moeilijk te vinden. Ga bij de kruizing met de Zeisterweg linksaf en vervolg bij restaurant 't Wapen van Odijk de Zeisterweg linksaf langs het Witte Kerkje. Je komt hier langs een oud stukje historie van de kern van Odijk. 't Wapen van Odijk is ongeveer 300 jaar oud. De opkamer die in het verleden dienstdeed als rechthuis en toen Odijk nog een zelfstandige gemeente was als raadszaalis is waarschijnlijk nog ouder. De bouwgeschiedenis van Het Witte Kerkje gaat terug tot de 12de eeuw. Hier stond toen een Romaans kerkje. Alleen de fundering is daar nog van over en het koor uit 1548. Het huidige uiterlijk met klokkentoren is uit begin 19de eeuw.

Ga bij de Singel rechtsaf en volg de Singel tot het beginpunt van de route.

Naar boven