Marijke van Eijkeren - Fotograaf
Home | Galerie | Blog | Routes | Publicaties | WerkAanDeMuur | Over mij | Contact

Blog 2021

Mei - juni 2021

Beestjes in de tuin

 

akkerhommel

Het is een echte Hollandse zomer. Mooie dagen wisselen elkaar af met zomerse buien. Voor de tuin is het groeizame weer prima. De planten in mijn tuin staan hoger dan ooit. Als ook maar even de zon schijnt snoepen hordes bijtjes en hommeltjes van de bloemen. Alsof er geen sprake is van een alarmerende daling van het aantal insecten. Als de omgeving ze maar wat te bieden heeft, komen ze vanzelf. Ik zie elke dag weer nieuwe insecten in mijn tuin. Om ze op naam te brengen is niet eenvoudig. De app ObsIdentity is een mooi hulpmiddel, maar geen garantie dat ik alle namen goed heb. Heb ik het fout, laat het dan gerust even weten.

aardhommel

Hommels hebben een lekker dicht vachtje. Ze kunnen tegen kou en zijn dan ook al vroeg in het jaar actief, maar juni en juli zijn de topmaanden om hommels waar te nemen. Ze zijn net zo belangrijk voor de bestuiving als bijen. Het is in feite ook een wilde bij. Er zijn zelfs plantensoorten, zoals de tomaat die afhankelijk zijn van de hommel voor de bestuiving. De koningin vliegt als eerste na haar winterslaap uit. Na al die maanden is ze wel toe aan lekkere hapjes nectar en stuifmeel. Ze maakt een nest, legt eitjes en is zo verantwoordelijk voor het honingvolk dat in de zomer onze tuinen bezoekt. In Nederland kun je 27 soorten tegen komen, maar die bezoeken niet allemaal een tuin in het midden van het land.

aardhommel aardhommel aardhommel

Aardhommels hebben hun nest vaak in een muizenhol in de grond. Daar zal wel de naam vandaan komen. Ze hebben een wit kontje, een gele band achter hun kopje en een gele band op hun rug. Hommels hebben een angel, maar steken bijna nooit. Toch zijn ze voor elkaar niet altijd lief. Een koningin kan een andere koningin doden om haar nest te veroveren.

tuinhommeltuinhommel tuinhommel

De tuinhommel heeft ook een wit kontje, maar een extra gele streep. Hij heeft een opvallend lange tong. Met een verrekijker kun je heel mooi de details van insecten bekijken ontdekte ik dit jaar. Er gaat een wereld voor je open. Jonge koninginnen en mannetjes vliegen in juli. Na de paring begint de koningin een tweede generatienest. Daar komt de koningin uit voort die hier overwintert en het jaar erop voor weer een nieuw volk zorgt. Een hommelvolk leeft gemiddeld 14 weken.

akkerhommel akkerhommel akkerhommel

De akkerhommel heeft een roodbruin kontje en een roodbruin borststuk. Er is veel variatie in de beharing van het achterlijf van roodbruin tot zwart. Het is een algemeen voorkomende soort in Nederland en je vindt hem dan ook niet alleen op akkers. De akkerhommel is niet kieskeurig en is op veel verschillende bloemen te vinden, ook de bloemen van bomen. Het nest maakt deze hommel in een muizenhol, in een oud vogelnest in een boom of op de grond tussen graspollen. Als de koningin in het voorjaar de eitjes heeft gelegd voedt ze de jonkies met nectar en stuifmeel die ze eerst opeet en vervolgens uitbraakt. De werksters worden het eerst geboren en helpen bij het voeden. Aan het eind van het seizoen houdt een volk op te bestaan en zoekt de koningin een beschutte plek voor de winter. Een insectenhotel is dan een goede overwinteringsplek.

steenhommel steenhommel

De steenhommel is bijna niet te verwarren met andere hommels... dacht ik. Hij is zwart met een opvallend rood kontje. Steenhommels houden van open landschap, maar zijn ook wel in de tuin te vinden. Er blijken ook meer zeldzame soorten te zijn die veel op de steenhommel lijken. In Zeeland kun je hem verwarren met de grashommel en aan de kust met de waddenhommel. Hij lijkt ook op de rode koekoekshommel. Zoals de naam al zegt zorgt deze hommel niet zelf voor het nageslacht. Ze legt de eitjes in het nest dat ze verovert van een steenhommelkoningin.

bladsprietkever

In de voortuin ontdekte ik een nieuwe gast, de bladsprietkever. Het is een prachtige kever om te zien met een glanzend, kleurrijk dekschild. Voor het gazon schijnen ze niet zo goed te zijn, maar ik hoef geen strak groen grasveld. De vele websites over de schade die dit prachtige kevertje kan aanrichten en het gif dat je daartegen kan kopen laat ik dus maar links liggen. Leven en laten leven. Er zijn vele soorten bladsprietkevers. Deze heeft prachtige rode voelsprieten en lijkt op de meikever. Anomala dubia zegt de app met 100% zekerheid of de kleine julikever. Hij lijkt inderdaad op de meikever, maar is kleiner.

penseelkever penseelkever

De penseelkever hoort ook tot de familie van de bladsprietkevers. Het is een prachtig, opvallend beestje met een harig schild dat er heel zacht uitziet. Het kevertje speelt daarmee een rol bij de bestuiving omdat er stuifmeel in blijft plakken. Ik zag hem een aantal jaren geleden voor het eerst in mijn tuin op wit wasgoed. Sinds die tijd zie ik hem elk jaar een enkele keer. Voor ik mijn fototoestel pak, bekijk ik het kevertje eerst uitgebreid. Eerst genieten van dit leuke beestje voordat hij weer gevlogen is. Hij legt zijn eitjes in vermolmd loofhout. De larven doen er twee jaar over om uit te vliegen als zo'n prachtig kevertje.

Franse veldwesp Franse veldwesp Franse veldwesp

Maar er zijn nog veel meer vliegende beestjes. Ook minder leuke zoals wespen. Ik ben daar althans geen liefhebber van. Maar deze vond ik toch wel heel mooi. Het blijkt ook een speciale soort te zijn, de Franse veldwesp. Hij houdt niet van zoetigheid en is niet zo agressief als de gewone wesp. Alleen als hij zich bedreigd voelt kan hij steken. Zijn nest bouwt hij in de open lucht en is goed te bekijken. In België en Zeeuws-Vlaanderen is de Franse veldwesp algemeen. Bijzonder dus dat ik hem in mijn tuin in het midden van het land tegenkom. Speuren naar alles wat beweegt in je tuin kan tot verrassende waarnemingen leiden.

honingbij

De honingbij wordt door imkers gehouden vanwege de honing. De bijen verzamelen die in honingraten voor de winter. De imker verkoopt de honing en geeft de bijen in ruil suiker. Daarmee komen ze ook de winter door. Bijen zijn belangrijk voor de bestuiving. Daarom zet de imker vaak bijenkasten in boomgaarden. Staan er te veel kasten bij natuurgebieden dan is de honingbij een belangrijke concurrent voor de solitaire bijen. Dat gaat ten koste van de biodiversiteit. Daar is men zich steeds meer van bewust. Fruittelers lokken tegenwoordig ook de wilde bijen door insectenhotels te plaatsen.

behangersbij

De behangersbij is zo'n wilde bij. Volgens de app is dit vrij zeker zo'n exemplaar. De naam heeft deze bij te danken aan het feit dat het vrouwtje de nestcellen behangt met uitgeknipte stukjes blad. Die knipt het bijtje uit de rand van een blad. Ze doen dat ook wel met bloemblaadjes.

solitaire bij solitaire bij

Een bijtje dat zich helemaal wentelt in het stuifmeel van de ooievaarsbek. De app zegt vol overtuiging dat het hier om de klokjeszandbij gaat. Dat lijkt nogal onwaarschijnlijk, want die is uitgestorven in Nederland. Het is waarschijnlijk de verdikking bij de poot die op dit bijtje wijst. Wat het wel is? Een van de vele soorten groefbijen? Wie het weet mag het zeggen.

zweefvlieg zweefvlieg

Als je goed om je heen kijkt zie je steeds meer verschillende soorten insecten. Het is vaak al lastig om het onderscheid te maken tussen een bijtje, hommel of zweefvlieg. De goede naam erbij vinden is vaak specialistenwerk. De app zegt bij deze soort dat het om de grote narcisvlieg gaat. Ik houd het maar op een mooi exemplaar van een zweefvlieg. Mooi om te zien hoe geliefd de verschillende soorten ooievaarsbek zijn bij de insectenbestuivers. Nog een voordeel van deze rijk bloeiende plant is dat de slakken ze niet lusten.

blinde bij blinde bij

Overtuigender is de naam die de app kiest bij deze foto's. Het is een blinde bij. Anders dan de naam suggereert is het geen bij, maar een zweefvlieg. Dan klopt mijn eerste indruk, dit is een zweefvlieg, gelukkig toch wel. Hij is overigens ook niet blind. De haren op zijn ogen wekten mogelijk de indruk bij de naamgeving. Zweefvliegen lijken door hun uiterlijk wel gevaarlijk, maar ze zijn het niet. Ze kunnen niet steken.

atalanta op vlinderstruik

Makkelijker om te determineren zijn de dagvlinders. Alhoewel je daar ook soorten hebt die op elkaar lijken zoals de witjes en de blauwtjes. Vorig jaar heb ik een paar vlinderstruiken geplant en die doen het uitstekend. Op zonnige dagen krijgen ze bezoek van veel vlinders. Even leken ze weg te zijn maar dat was het gevolg van de junidip. Vlinders leven maar kort. Nadat de voorjaarsvlinders hun eitjes hebben gelegd gaan ze dood. De volgende generatie leeft in juni nog even als rups om eind juni als prachtvlinder uit de pop te voorschijn te komen.

bastaardrupsbastaardrups

Maar rupsen blijken niet altijd rupsen te zijn. Eindelijk ontdekte ik wie de oorzaak was van de treurige toestand van mijn puntwederik. Hij zat vol prachtige witgrijze rupsjes. Welke vlinder zou hier uitkomen? Geen dagvlinder en ook geen nachtvlinder. Het blijkt de bastaardrups te zijn van de bladwesp. Aan het aantal pootjes kun je zien dat het geen rups is waar een vlinder uitkomt, maar een larve. Weer wat geleerd.

atalanta atalanta atalanta

atalanta atalanta atalanta

In juli vlogen er weer volop vlinders in de tuin. De atalanta was ver in de meerderheid. Net uit de pop zijn de kleuren van de vleugels het mooiste. Zijn lijfje is verrassend harig. In de loop der tijd verliezen de vleugels hun glans. De vlinder verliest schubben en die groeien niet meer aan. De atalanta is een trekvlinder en vliegt in het vroege voorjaar van Zuid-Europa naar ons land. De atalanta die in het najaar terugvliegt naar het zuiden hoort tot de volgende generatie. Daar plant hij zich voort om vervolgens te sterven. De vlinder maakt de reis dus altijd maar in 1 richting.

distelvlinder

De distelvlinder is net als de atalanta een trekvlinder en vliegt op dezelfde wijze. Soms moet je dan goed kijken of het een wat verbleekte atalanta is of een distelvlinder. Hij heeft namelijk minder uitgesproken kleuren als de atalanta. De ogen aan de rand van de dichtgevouwen vleugels zijn kenmerkend voor de distelvlinder.

dagpauwoog dagpauwoog

De dagpauwoog is een kleurrijke vlinder. Zijn naam heeft hij te danken aan de grote ogen op zijn vleugels. Je kunt hem in zachte winters het hele jaar zien. Hij overwintert als vlinder op vochtige, koele, beschutte plaatsen in een boom of gebouw. Op een zonnige dag in februari verlaat hij wel eens zijn overwinteringsplek. Maar hij is ook wel eens op 1 januari of 30 december waargenomen. Vlinders zijn koudbloedige dieren. Om te kunnen vliegen moet de lichaamstemperatuur boven de 30 graden zijn. Ze warmen op door op een zonnig plekje de vleugels te spreiden.

geaderd witje geaderd witje

Witjes heb je in meerdere soorten en dan ook nog in een kleine of grote variant zoals het koolwitje. Bij het geaderd witje is het wat makkelijker. Dit is het klein geaderd witje, de grote variant is uit Nederland verdwenen. Vlinders leven op nectar. Om die uit een plant te halen hebben ze een hele lange tong die ze opgerold binnenboord halen.

Terug naar Blog 2021