Marijke van Eijkeren - Fotograaf
Home | Galerie | Blog | Routes | Publicaties | WerkAanDeMuur | Over mij | Contact

Blog 2019

Open tuinendag Schalkwijk

toverhazelaar

Nog geen maand geleden lag er sneeuw, nu lijkt de lente al begonnen. De merel laat zich vlak voor zonsopkomst weer horen. In de tuin bloeit van alles. Het tijdstip voor de Open Tuinendag in Schalkwijk lag al lang van te voren vast. Dat het zulk lenteachtig weer zou worden, had niemand durven dromen.

De eerste tuin die ik bezoek is Brassica aan het Griend vlak bij de Katholieke kerk. Ik volg het kabouterpad langs een wild stukje tuin. Niet alleen de kabouters maken het spannend voor kinderen, ook het pad zelf dat soms vlak langs het water loopt. Dat de straat waar Tuin Brassica aan ligt Griend heet, is geen toeval. Het wilde stukje tuin waar het pad langs gaat was vroeger griend en dat is het nog steeds. Op dit natte stukje grond werden wilgen geplant die om de paar jaar werden geknot. Het hout werd voor allerlei doeleinden gebruikt. Nu is het een natuurgebiedje.

Langs de sloten aan de randen werden inheemse struiken geplant, inmiddels uitgegroeid tot bomen. De katjes van de zwarte els steken prachtig af tegen de blauwe lucht. De mannelijke katjes zijn geel en vallen het meeste op. De vrouwelijke katjes zijn nu nog kleine knopjes. Na de bevruchting groeien ze uit tot elzenpropjes die tot in het voorjaar aan de boom blijven zitten. De els staat hier aan de rand van het water prima op zijn plek. Elzen houden van natte grond en overleven zelfs als ze in het water staan.

Dit deel van de tuin, waar de natuur zijn gang kan gaan, is een paradijs voor vogels. Ik heb misschien wel een uur staan kijken naar alles wat hier rondvliegt: koolmeesjes, goudhaantjes, grote bonte specht, merel, roodborstje, winterkoninkje, boomkruipertje.... Je hoort en ziet dat ze de lente in hun lijf voelen. Koolmeesjes achtervolgen elkaar; de grote bonte specht laat zijn roffel horen. Met een verrekijker kun je ze tussen de nog kale takken goed volgen. Fotograferen is lastiger. Het goudhaantje kreeg ik met veel geduld voor de lens. Een foto van het mooie groene blad van de aronskelk dat onder de dorre herfstbladeren te voorschijn komt, is sneller gemaakt.

 

Brassica is de wetenschappelijke naam voor kool. Het was Arie Kool, de opa van Anne, die het land in de jaren vijftig kocht. Anne kwam er elke woensdagmiddag en daar begon haar liefde voor tuinieren en dit stukje grond. Nu heeft ze er haar huis staan en verbouwt ze er haar eigen groente en fruit. Dat doet ze, samen met haar moeder Elly, op een duurzame manier. Kunstmest komt er niet aan te pas, net zo min als bestrijdingsmiddelen. De kringloop is zoveel mogelijk gesloten. Hier wordt biologisch getuinierd en daar passen bijenkassen bij. Op deze vroege voorjaarsdag vliegen ze af en aan. Er bloeit al genoeg om hun kostje bij elkaar te scharrelen, zoals de gele bloemen van de toverhazelaar. Op vrijdagmiddag en zaterdagmorgen kun je in het tuinhuis de honing kopen die hiervan het resultaat is.

De volgende tuin die ik bezoek heeft een totaal ander karakter. Toch past hij goed in zijn omgeving. De Pullenhof ligt aan de rand van de polder Blokhoven, een stukje achter de lintbebouwing langs de Schalkwijkse Wetering. Tot in de jaren negentig was het hier weiland. Er stond een poldermolen die later vervangen werd door een stoomgemaal. Dwars door de tuin loopt de Blokhovense Voorvliet.

Het is typisch een tuin zoals je die in Landleven ziet. De langgerekte tuin voor en achter het woonhuis is in verschillende sferen ingedeeld met mooie doorkijkjes naar de weilanden. Het is nog winter, maar toch staat de tuin vol bloemen in groepjes gegroepeerd. Sneeuwklokjes kun je in deze tijd van het jaar verwachten. Maar de helleboris bloeit misschien nog wel vroeger: vanaf begin januari en in een zachte winter nog eerder. De plant heeft niet voor niets de bijnaam kerstroos of winterroos.

Ook de toverhazelaar is een vroegbloeier. De gele bloemen met vier lange lintvormige blaadjes groeien in kluwens in de oksels van de takken. Aan de plant werden door de indianen in Noord-Amerika bijzondere eigenschappen toegedicht. Er werden toverstokjes van gemaakt en een wichelroede om water of goud op te sporen. De rijkdom aan looistoffen, flavonoïden en etherische oliën maakte dat de plant ook als geneesmiddel werd gebruikt. De bloemen zijn goed bestand tegen vorst. Sommige soorten bloeien al in december.

Op dit moment bloeien in de Pullenhof verschillende soorten van de Helleboris. Fijn voor de bijen die het nu warm genoeg vinden om er op uit te gaan. Een klein, wat minder opvallend plantje is het alpenviooltje. Deze winterharde cyclaam is veel kleiner dan de kamerplant. Hij bloeit van december tot in maart. De tuin staat vol velden met paarse krokusjes. Je moet echt oppassen om er geen te vertrappen. Met dit zonnig weer gaan ze wijd openstaan en laten ze hun goudgele meeldraden zien. De gele winterakoniet bloeit al weer een tijdje. Het is een stinzenplant die je veel op buitenplaatsen ziet, maar in de loop der tijd door verwildering zijn leefgebied heeft uitgebreid.